“Krrrrghh, krrakrrrr, krakkkkk, boem” bij het eerste geluid midden in de nacht schrik ik wakker en zeg tegen Han, wat is dat? Ik vermoed een heel eng beest of monster. Nog voor hij kan antwoorden slaak ik een enorme gil. Het bed hangt helemaal scheef. Toen we na twee dagen in de auto maandag einde van de middag aankwamen bij Lameira bleek door de regenval het laatste stuk van de weg totaal onbegaanbaar. Op flinke afstand van het huisje moesten we de auto laten staan. Hierdoor konden we niet anders dan lopend over het naastgelegen land de auto uitladen. Een flinke trip met halverwege een extra hindernis, een hoogteverschil van 1,5 meter. Op het muurtje bij de hindernis verzamelden we alle spullen en van daaruit door naar het huisje. Ons aanvankelijk plan was om de tent op te zetten en direct te gaan kamperen. Echter de naam Lameira, land van aarde en water, deed de naam eer aan. Een groot deel van het land was veranderd in zompige klei. De vermoeidheid en de omstandigheden brachten ons dus op een ander idee. In het huisje stond nog een oud spiraal op houten pootjes en in ons enorme kampeer assortiment zat een luchtbed van precies dezelfde, wel kleine, maat. Moe en koud pompten we het luchtbed op en maakten het bed op. Op één meter twintig lekker warm, dicht tegen elkaar aan vielen we in een diepe slaap. Daar het de dagen hierna ook nog wat wisselvallig weer bleef, besloten we na de eerste nacht nog een paar nachten lepeltje lepeltje eraan vast te plakken. De eerste ochtend werden we wakker in een met flarden mist versierde prachtige natuur. De vogels kwetterde er lustig op los. Het koor is heel divers in de vallei. Onder genot van een overheerlijke kop koffie met onze blik op de overweldigende schoonheid van de pure natuur maakten we plannen waar te beginnen. Want zodra we onze blik wat dichterbij lieten glijden, binnen de straal van ons domein, zagen we de enorme puinhoop. Bergen oud hout, kapotte dakpannen, stukken plastic, lege olievaten en nog veel meer troep riepen om opgeruimd te worden. Dus daar gingen we. Oude kleren en werkhandschoenen aan en ruimen maar. Na enkele uren was er een deel aan kant en wisten we dat de vorige bewoners een soort schoenen fetisj gehad moeten hebben. Overal schoenen op het land en in de tuin. Na het eerste wildplassen en poepen met schepje in de natuur, besloten we de auto te pakken om een kilometer verderop zuiver bergwater te tappen. In ons overbeladen bestelautootje hadden we een Berkey meegenomen. Een fantastisch mooi filter apparaat die allerlei eventuele vervuiling er nog uit haalt via de koolstoffilters. Voor ons geen plastic flessen uit de super mercado. Het off grid leven is echt begonnen. Ik zou hier veel voorbeelden kunnen noemen van wat we zo tegenkomen in de dagen. Een goede aflevering van “Ik vertrek” is er niets bij. Echter wat het meest fantastisch is om te ontdekken is de enorme inventiviteit, creativiteit en inspiratie die deze plek ons geeft. Moeder natuur neemt ons op in een grote omhelzing. Ze draagt ons werkelijk overal doorheen. Wijze lessen leren we natuurlijk ook, over onze fysieke grenzen bewaken, over samenwerken, over flexibel meebewegen en zoveel meer. Het is echt een groot wonder wat Lameira ons te bieden heeft. De directheid van de ervaring is groot, we doen iets en merken direct de consequentie of het resultaat. Een ander directe verbinding is hier ook zo toegankelijk. Dit gaat niet over het internet, want dat is zo onstabiel als wat. Waar ik op doel is de verbinding tussen hemel en aarde. Vele uren meditatie en andere spirituele practice zijn hier niet nodig om te voelen hoe de ware verhoudingen liggen. De kracht van de natuur, de heldere sterrenhemel, de stilte en de rivier brengen me ogenblikkelijk in verbinding met de grootsheid van het universum. Hier voel ik me opgenomen en onderdeel van iets groters. Eerst mediteren om de dagelijkse druk(te) van het stadse leven te kunnen bejegenen is hier overbodig. Ik hoef niet door stroperige lagen heen te werken om in contact te komen met hogere wijsheid en waarheid. Stilte en meditatie zijn hier dan ook de dragers van verbinding in plaats van de voorwaardelijke hulpmiddelen. Overigens wil dit niet zeggen dat mijn mind al in een constante vredige staat is. Terug naar het scheve bed. Het is de derde nacht in ons geïmproviseerde bed. De nachten zijn koud dus het heel dicht tegen elkaar aan liggen zorgt voor warme lijven. Natuurlijk zorgt het ook voor de nodige onderbrekingen in de nachtelijke rust, want als een van ons tweeën zich wil omdraaien dan moet de ander eigenlijk mee. Het is een nachtelijke dansje wat we maken. Maar dan, na mijn ijselijke gil en het scheve bed. We schieten de zaklamp aan, want tje een olielamp heeft iets meer tijd nodig en springen uit bed. Na een eerste verkenning zien we al snel dat het bed met een poot volledige door de vloer is gezakt. Han begint wat op de omliggende planken te tikken en zegt: ‘deze is niet goed, de rest volgens mij wel’. We leggen van oud hout wat er immers in overschot is overheen en plaatsen het bed terug. De kou drijft ons direct weer onder het dekbed. Met grote, wakkere ogen lig ik in bed. Alle scenario’s in mijn hoofd worden uitgerold. “Zie je wel natuurlijk is dit huisje helemaal verrot, wat dacht je dan voor die prijs te kopen?!” oh zo direct zakken we helemaal door de vloer, twee meter naar beneden”, “oh dit kunnen we echt niet betalen als dat allemaal verrot is” en dan die zompige klei, natuurlijk wonen er hier daarom geen mensen meer” “nou nu zie je het, eigen schuld, altijd maar zo gniffelen over andere mensen in “Ik Vertrek” dit en nog veel meer verhaallijnen zet mijn hoofd en ego in om mezelf op de kop te zitten. Blijkbaar is deze herrie in mijn hoofd een tijdje nodig om op het punt te komen waarbij ik in de donkere nacht besluit om toch echt nogmaals zelf te checken hoe het er eigenlijk voor staat met de vloer. Ik schud Han wakker en zeg dat hij moet opstaan, er wacht een klus. Slaapdronken werkt hij mee aan het groot onderzoek wat ik inzet. Met een breekijzer tik ik plank voor plank, ik wrik en ik klop me een ongeluk om te kijken hoe het zit. Om dan met een gerust hart tegen mijn mind te kunnen zeggen dat ht goed is. Uitgeput vallen we weer in slaap.
De volgende dag worden we wakker met een stralende zon. De stralen zijn al krachtig en in no time is de klei droog. We besluiten dat dit het moment is om de tent op te zetten. de buitenkeuken en het composttoilet te installeren. Ik heb nog 1,5 week voor ik terugvlieg naar Nederland en wil Han graag in een goed kampement achterlaten. Bovendien willen we graag het huisje zoveel mogelijk strippen. Het is volgebouwd met houten wanden, een laag houten plafond en andere hokjes die geen recht doen aan onze Nederlandse lengtematen. Gesteund door een heerlijke zon glimlach ik om de capriolen van mijn mind en geef me nog wat meer over aan het eenvoudige leven in de vallei. Alleen nu telt als het gaat om een antwoord te vinden op een situatie en al die verhalen uit het verleden en alle bedachte scenario’s voor de toekomst bieden geen enkele rust voor nu!