En dan terug op Lameira, deze vallei bij Pé da Serra. Het landje heeft ons gemist. De moestuin is enorm gegroeid met groenten en heel veel onkruid. De grond is nu al erg droog. Er viel lang geen regen waar het normaal gesproken dat wel doet in deze maanden. Het huisje wacht geduldig op de volgende stap in het bouwprocces. Stucen van de muren is het meest in het oog springende grote project dat nodig is.
De eerste dagen komen we moeizaam op gang. We zijn vooral moe. De dagelijkse zaken die hier off-grid nu eenmaal meer energie vragen, kunnen we nog net doen. Boodschappen voor een week, water halen in jerrycans boven op de berg bij de bron en onderhoud aan auto en aggregaat. De dagen zijn snel gevuld en vliegen voorbij.
In mij worden steeds meer stemmetjes actief. Oude stemmen die zeggen dat ik meer moet doen in de tijd die ik er ben, stemmen die zeggen dat het niet goed genoeg is, stemmen die vragen waarom ik dit nou zo’n paradijsje blijf noemen, vragen over hoe nu verder, Han in Portugal ik heen en weer, is dat echt wat ik wil? Ik kom er niet direct uit en draai rondjes in deze niet zo vrolijke carrousel. Ik ontmoet mezelf weer in een leegte die ik lang niet heb gevoeld en ook daar weten deze stemmen wel raad mee. “Dit had je toch al lang doorgewerkt deze soap, je weet toch hoe het zit, waarom doe je het dan, je hebt toch genoeg tools in handen om eruit te komen?! Doe dan yoga, mediteer, verbind je met je hogere Zelf” enzovoort. Ik bezwijk bijna onder de druk. Het lukt me om niet in mijn valkuil van veel gaan doen te trappen. Ik luister naar mijn lijf en slaap best veel. Ik ben in mijn eigen wereldje en af en toe houd ik het niet meer en gaat er een golfje van projectie en ander gedoe in de richting van Han. Hij zoekt ook zijn weg weer en bereidt zich voor op de periode dat hij hier weer alleen zal zijn. Zo dobberen we allebei rond in ons eigen soepje.
We brengen veel tijd buiten door in de moestuin en op de rest van het landje. We wandelen wat en ontdekken nieuwe mooie plekjes op loopafstand. We koken lekkere gezonde maaltijden met veel groenten en hier en daar ook al uit eigen tuin, we zoeken vrienden op, we lummelen rond en maken plannen. Helemaal niets mis mee natuurlijk, maar toch. In mij knaagt het door.
Eind april vorig jaar zijn we begonnen en er is waanzinnig veel gedaan én er moet ook nog heel veel gebeuren. De creator in mij heeft heel veel plannen, meer dan ik tijd en ruimte heb om het uit te voeren. Ik realiseer me dat de eerste adrenaline stoten veel hebben opgeleverd maar dat er nu ook iets anders is vereist. Ik merk dat mijn innerlijke druk oploopt. Mijn leven in Arnhem is gevuld en met name mijn werk hoopt zich op omdat ik regelmatig ook bezig ben op Lameira. Na de Coronatijd waarin ook zoveel stil viel, loop ik over van zin in het organiseren van allerlei workshops en andere activiteiten. Ook de trainingen in het bedrijfsleven trekken weer aan en vragen veel van mijn planning skills (die ik overigens niet perse in mijn geboortepakketje meegeleverd heb gekregen). Ik weet dat ik een prachtig en uniek leven heb en ik merk dat ik mezelf soms te slecht begrens.
Ook hier stuit ik op het oude stuk van me niet goed genoeg voelen. Ja hoe vaak kan je in een mensenleven afpellen tot je echt in de pit van zo’n thema bent. Ik realiseer me dat ik liever compleet ben, dan perfect. Ik glimlach want ik roep zo vaak tegen anderen dat perfect zijn zo saai is. Je kunt het in de ogen van de ander zo gemakkelijk herkennen en er dan toch zelf ook weer met open ogen intuinen.
Ik weet dat het nodig is om het niet alleen te zien en te weten, maar ook te voelen in mijn hele lijf. Goh wat heb ik het nodig om mijn lijf te voelen. Ik ga naar mijn favoriete plekje bij de rivier onderaan ons landje. De eerste kennismaking met haar water beneemt me de adem. Ongelofelijk wat is dit koud. Mijn voeten doen pijn van de kou. Han moedigt me aan vanaf de kant en zegt te blijven ademen. Iets met stuurlui en de wal, knipoog ik. Het is dat ik mezelf ook al heb ingezeept anders was ik waarschijnlijk niet doorgelopen naar het diepere deel. Het lukt me om heel even onder te gaan. Terug op de kant wordt ik liefdevol opgevangen met een open handdoek. Mijn lijf tintelt heerlijk. Oh wat is dit nodig om weer aan te komen bij mij zelf.
De dagen daarna ga ik steeds ietsje langer in het koude water. In mijzelf vraag ik de rivier om mijn lijf te omringen en mijn gepieker weg te spoelen. Zelf heb ik genoeg te doen met het doorademen. Steeds meer zak ik in mijn lijf. Ik voel een leegte die ik lang heb weten te vermijden. Hier in deze leegte is tegelijk ook mijn thuis. Hier in die leegte voel ik ook mijn pijn.
Opeens realiseer ik me dat het soms ook best even niet leuk mag zijn op Lameira. Dit grote avontuur laat me jubelen maar brengt ook andere zaken met zich mee. Omdat ik mezelf zo’n bofkont vind met dit leven lijk ik mezelf soms niet toe te staan om ook de andere kant van deze medaille te nemen. Ja het leven is hier soms ook hard. Het is hard werken, ik spreek de taal nog amper, ik wil veel en dat kost ook centen die niet in goudpotten verstopt zitten in deze vallei. Ik slaak een zucht. Oh ja, de ervaringen op deze prachtige aarde zijn duaal. Er is dag en nacht, er is licht en donker, er is man en vrouw, er is jubelen en er is somberen. Het volledig aannemen van deze beide kanten maakt het compleet. Het gaat er dan vooral over dat ik blijf verbinden. Niet of het een of het ander maar en het een en het ander. Het Lemniscaat, de liggende acht, het symbool van oneindigheid laat zien hoe beweging verbindt. Niet door aan de ene kant van de acht te zijn óf aan de andere kant maar door in beweging te zijn en zo te verbinden. Ik word compleet als ik alles wat ik tegenkom in mijzelf weer kan connecten. Vol en leeg, jubelen en somberen, rust en drukte, hoofd en hart, Portugal en Nederland.
Als ik einde van de dag weer in de koude rivier ben voel ik hoe mijn handen ronddraaiende bewegingen maken in het water. Als vanzelf voel ik dat ik achtjes draai met mijn handen in het water. Ik voel mijn volle zijn, ik voel mijn leegte. Ik voel me vol-ledig.