Met een beetje weemoedig hart ben ik opgestaan. Ik scroll wat door de ‘socials’ en bekijk mijn eigen foto’s.
Ineens zie ik het.
Afgelopen zomer toen ik ruim zes weken in de vallei van Lameira, Pé da Serra was, maakte ik regelmatig een foto van de opgaande zon. Gezeten op het platje naast het huis, onder het genot van de eerste koffie, kroop dan de zon achter de berg vandaan. Iedere dag weer begroet door de warme stralen.
Terug in Nederland maak ik regelmatig een foto van de ondergaande zon. Zittend op mijn hooggelegen stadsbalkon, met uitzicht op de Eusebius kerk genietend van de nazomer en de warme kleuren in de lucht.
De opgaande en ondergaande zon herinneren me aan de cycli in de natuur. Alles kent een beweging, een ritme en een toon. De seizoenen, de maancycli, de getijden, de sterren, de bomen en planten, alles laat ons zien dat de stroom van leven gepaard gaat met dood en ook weer wedergeboorte.
Ik zelf ben hier ook onderdeel van, alleen lijkt het soms zo op de achtergrond te verdwijnen in het rumoer van de stad en een druk leven. Iedere vrouw kent in zichzelf een diepe verbinding met de cyclus van het leven. Het ‘in de maan zijn’, de menstruatie, de eisprong, oneindige hormoonschommelingen die deinen en stormen door het lijf. Het hoort bij ‘vrouw zijn’ en geeft ook een innerlijke structuur. Nu mijn maandelijkse periodes lijken af te nemen en vervangen worden door verrassingsaanvallen, realiseer ik me dat er ook weer een innerlijke structuur is verdwenen. Er valt niet meer te schuilen, geen excuses meer voor mijn buien. Als ik eerder moe en/of chagrijnig was dan kwam het vast door mijn naderende menstruatie, riep ik dan. Mijn broer noemde dat vroeger dan plagend een vaginale depressie. En als de ‘dijken’ gebroken waren dan vloeide er niet alleen bloed maar ook een hoop opgehoopte spanning en stress uit mijn lijf. Nu kan ik niet meer vast rekenen op een maandelijkse reminder en toch blijf ik diep verbonden aan de natuur. Het vraagt van me, om mezelf te herinneren aan de verbinding met de ritmes van het leven.
Het loslaten van structuren is trouwens een thema dat sowieso prominent speelt. We verschuiven vanuit het Vissentijdperk naar de tijden van Waterman. Een grote verandering van een langdurige periode waarin patriarchale patronen getransformeerd mogen worden naar een herbalancering van mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten in een ieder van ons. De oude hiërarchische machtsstructuren staan onder hevige spanning en stribbelen tegen. Echter er is geen ontkomen aan, we leven in veranderende tijden. Er is veel te zeggen en schrijven over de huidige tijd en dat wat allemaal zichtbaar wordt. Hoe dan ook Corona heeft ons allemaal uitgedaagd en uitgenodigd om onze vaste patronen te herzien. Waar sta ik voor? Wat vind ik belangrijk? Waar ontleen ik zekerheid aan? Welke structuren en systemen dienen nog wel en welke niet?
Voor mij staat vast dat het merendeel van de opgebouwde maatschappelijke structuren niet meer dienend zijn aan het ritme van de mens. Met allerlei kunst en vliegwerk hebben we geprobeerd onszelf en onze kinderen in te passen in systemen die knellen en kraken. De vraag is durven we los te laten en te vertrouwen op de verbinding met onze essentie? Hebben we het lef om structuren niet langer te gebruiken om ons te verschuilen en durven we in onze naaktheid op zoek te gaan naar wat ons dient? Het zijn grote vragen die beantwoord zullen moeten worden.
Mijn eigen lijf laat zien hoe dat werkt. Een structuur die niet meer nodig is verdwijnt simpelweg. Ik kan vasthouden wat ik wil, maar een nieuwe cyclus vraagt wat anders. Durf jij de dood te omarmen, zodat er een wedergeboorte kan plaatsvinden?